Hoe vaak heb jij hem al gehoord: ‘de appel valt niet ver van de boom’. Of deze: ‘onder een perenboom vind je geen appels’.
Talenten, karaktertrekken en eigenschappen, we geven ze van generatie op generatie door. Soms slaan ze er één of twee over, om vervolgens weer bij je dochter tot bloei te komen. Blijkt ze net zo goed te kunnen zingen als haar oma. Of heeft je zoon net zo’n groene vingers als zijn overgroot opa.
Op deze mooie eigenschappen ben je trots. Ze maken je tot wie je bent: creatief, ambitieus, empathisch, optimistisch, veelzijdig.
Erfenissen waar je niet om hebt gevraagd
Maar niet met alle eigenschappen ben je blij. Je wil niet opvliegend, emotioneel of wispelturig zijn, net je als moeder. Of dominant en ongeduldig, net als je vader. Soms vraag je je zelfs af waar het vandaan komt. De angst die je voelt, zie je niet terug bij een van je ouders. En het sombere gevoel is niet altijd te duiden.
Je loopt er liever niet mee te koop. Zo dacht je moeder waarschijnlijk ook als ze zich onveilig voelde, of je vader als hij neerslachtig was. Maar deze gevoelens verstoppen, betekent niet dat ze geen erfenis worden.
De waarheid
Wat als je kind met klachten bij je komt waarvan je denkt: ‘Je mag alles van me hebben, maar dit’? Het laatste wat je wil, is dat ze zich net zo voelen als jij. Maar al laat je het niet zien, ze helpen je maar wat graag om je last te dragen.
Dus onderzoek je angst, somberheid of verdriet.
Waar komt het vandaan?
Wanneer is het ontstaan?
Is het van jou?
Het doorbreken van patronen begint met het herkennen en erkennen. Laat het er zijn, het wil niets liever dan gezien worden.